maandag 30 augustus 2010

Open brief aan mijn parochie en de vormselcatechisten.

De laatste 2 jaar heb ik, op vraag, het engagement opgenomen om actief te zijn als catechist in mijn parochie. Ik deed dit met volle overtuiging, steeds eerder vanuit Bijbelse context dan vanuit de strikt Rooms Katholieke leer. Een houding die, vermoedelijk, ook de meeste medecatechisten opnemen.

Mijn relatie met de Katholieke kerk is gegroeid vanuit traditie, zoals bij zovelen, en is steeds een liefde – haat verhouding geweest. Soms was de haat wat minder en kon de liefde meer ruimte krijgen, maar er zijn ook vele periodes van afkeer geweest. Ondanks de (soms zeer) kritische kijk t.o.v. het instituut van de Rooms Katholieke Kerk (RKK) heeft de liefde het tot op heden steeds volgehouden. Blijkbaar was de liefde, vnl. voor de plaatselijke werking van de parochie, de laatste tijd terug groot genoeg om een engagement op te nemen. Dit ondanks de moeilijkheden die ik heb met de officiële leer van de RKK.

De recente gebeurtenissen in de RKK en in ons Bisdom hebben bij mij, zoals bij vele andere Gelovigen, een schok teweeggebracht. Kindermisbruik in de kerk is geen nieuw feit (eigenlijk is het een oud zeer), maar dat een plaatselijke Bisschop, die reeds voor zijn benoeming dergelijke feiten pleegde, kan benoemd worden als Bisschop en zijn ambt zolang kan uitoefenen is een zeer moeilijk gegeven. Zijn optreden op de “Let it shine – avond” van de vormelingen in februari 2010 (met gratis bidprentje met zijn foto), krijgen daarbij een nare bijklank.

Ook het feit dat nu steeds meer blijkt dat ook zijn oversten, in casu Kardinaal Danneels, tot zeer recent, een hand boven zijn hoofd probeerden te houden is voor mij nog moeilijker. Ondanks het feit dat ik het ook vaak met zijn standpunten niet eens was, was Danneels een figuur die steeds mijn respect genoot. En als mens én als Kardinaal. Het doet dan ook erg pijn dat uit de recente (en mijn inziens betrouwbare) mediaberichten zijn bedenkelijke rol aan het licht komt. Zeker in zijn geval kan men niet zeggen dat zijn houding moet gezien worden “in een andere tijdsgeest”. Het lijkt erop dat ik toch nog Devillé-fan zal moeten worden.

Veel belangrijker, vind ik, is dat er op zoek wordt gegaan naar de fundamenten van dergelijke feiten. Tot op heden wordt er in Rome daaromtrent geen enkele reflectie gemaakt. Hier en daar wordt er wat gerammeld in de marge en neemt men enkele maatregeltjes die het misbruik zouden moeten voorkomen en bestraffen. Zo blijft het celibaat, die een (mogelijke) oorzaak is van het veelvuldig kindermisbruik bij mannelijke geestelijken, totaal onbespreekbaar. Getuige daarvan is o.a. dat in dezelfde tekst waarin het Vaticaan strengere regels vastlegt voor priesters die misbruik plegen, ook handelt over de wijding van vrouwen en dat deze laatste als een zware misdaad moet bestraft worden. Wereldvreemdheid troef!

En zo gaat het met de meeste standpunten die de officiële leer van de RKK inneemt. Het is een eindeloos verhaal van een starre houding met pseudoreflectie waarbij men reeds vooraf bepaalt dat men zijn mening niet zal veranderen. Wijzigen van mening is niet automatisch goed, maar toch moeten volgens mij heel wat officiële standpunten op zijn minst minder fundamentalistisch en menselijker geformuleerd worden. M.a.w. de blijde boodschap, moet terug blijer worden. Het vrije denken binnen een Joods-christelijk kader moet gestimuleerd worden, zodat standpunten kunnen geactualiseerd worden en aangepast worden aan nieuwe inzichten die ontstaan binnen onze steeds evoluerende samenleving. Zo zijn bijvoorbeeld de standpunten omtrent de (tweederangs)rol van de vrouw in de kerk, het verplichte celibaat, de houding omtrent echtgescheiden personen en homoseksualiteit niet meer van deze tijd en moeten ze omwille van humane redenen geactualiseerd en minder dogmatisch gemaakt worden.
Enkel zo zal de leiding van de Katholiek Kerk terug dichter bij zijn basis, die steeds meer vervreemd van haar leiders, kunnen komen. Daarbij is het noodzakelijk dat haar structuren ook democratischer worden. Ook de (nieuwe) ethische vraagstukken omtrent bijvoorbeeld euthanasie en bepaalde vormen van wetenschappelijk onderzoek moeten vrijer en minder dogmatisch benaderd kunnen worden. En zo kan ik nog een tijdje doorgaan…

Omwille van bovenstaande heb ik dus een haat-liefde verhouding met de RKK. De recente gebeurtenissen zijn echter een druppel te veel in de overvolle emmer.
Daarom kan ik niet meer met volle overtuiging aan deze RKK meewerken. Dit ondanks de vrij progressieve wind die ik op de plaatselijke parochie mocht en mag ervaren.
Ik heb momenteel (nog) geen intentie om de Katholieke Kerk de rug toe te keren, maar om het wat pathetisch te zeggen, een actieve vertegenwoordiger van het instituut “Rooms Katholieke Kerk” kan en wil ik, omwille van bovenstaande, niet meer zijn.
Voor alle duidelijkheid: de Bijbel blijft, en dit zonder twijfel, een belangrijke filosofische leidraad in mijn leven.

Ik heb dan ook besloten om geen vormselcatechist meer te zijn, ook al besef ik dat ik daarmee de parochie misschien zal ontgoochelen.

Dank voor het begrip.